Molenzorg
navigatie Evergem, Oost-Vlaanderen
Foto van Gerardsmolen<br />Gerardmolen<br />Wippelgemmolen, Evergem, Foto: Donald Vandenbulcke, Staden | Database Belgische molens © Foto: Donald Vandenbulcke, Staden

Gerardsmolen
Gerardmolen
Wippelgemmolen
Moleneinde 26
9940 Evergem
Wippelgem
kadasterperceel C439
3,5 km NO v.d. kerk van Evergem
51.137104, 3.731603 (Google Maps)
Gemeente Evergem
1645 / 1787 / 1864
Stenen bergmolen
Korenmolen
Kettingkruier
Geklinknageld (Wieme, Deinze), 24 m
3 koppels maalstenen, 1 kleine haverbreker
Maalvaardig
M: monument,
30 april 1945
Kris Bruggeman, René Claeys, Rik De Baerdemaeker, Wim De Keyzer, Luc Jacobs, Freddy Reyniers, Paul Steyaert
2e zondag v.d. maand, 11-17 u., niet in juli-augustus, op molen- en monumentendagen en op afspraak. Info: Danny Bundervoet, tel. 09 378 66 59, e-mail: gerardsmolen@gmail.com
01414 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

Op 23 januari 1646 verleende Antonius Triest, bisschop van Gent, aan Jacques de Wulf en Lieven van Vooren de toelating om binnen Evergem-Sint.Baafs een windmolen op te richten te Wippelgem. De molen was echter al in 1645 gebouwd!  Lieven van Vooren wordt in 1676 als eigenaar van de Wippelgemmolen ingezet. In 1699 vinden we Mattheus van Vooren als molenaar-eigenaar terug. Zijn zoon Pieter werd mede-eigenaar en uitbater.

Mattheus van Vooren liet er in 1717 een rosmolen bijbouwen. Later werd de houten rosmolen herbouwd als een achtzijdige stenen rosmolen, voorzien van een strodak. Het gebouw is nog te zien op foto's die molenexpert I.J. de Kramer uit Leidschendam rond 1955 heeft gemaakt. Bijzonder jammer dat dit gebouwtje geruisloos is afgebroken.

Op 23 februari 1756 werd de molen door de weduwe van Pieter Van Vooren en zijn dochter verkocht aan Livinus Neyt. (Stamvader van het Evergemse muldergeslacht dat verschillende molens bemaalde) De molen zal vanaf dan in handen blijven van de familie Neyt. Na Guillaume en zijn broer Louis Neyt, komt hij in 1833 in bezit van Engelbert en Gerard Neyt, zonen van Louis.

Eigenaars-molenaars na 1830:
- voor 1834, eigenaar: a) Neyt-Hebberecht Engelbert, molenaar te Evergem en b) Neyt Gerard, molenaar te Evergem
- later, eigenaar: a) Neyt-Hebberecht Engelbert, de erfgenamen en b) Neyt Gerard, molenaar te Evergem (overlijden van Engelbert Neyt)
- 11.11.1868, deling: a) Neyt Ivo, molenaar te Evergem en b) Neyt-Van Acker Gerard, molenaar te Evergem (notaris Beernaert)
- later, erfenis: a) Neyt Ivo, molenaar te Evergem en b) Neyt-Van Acker Gerard, de weduwe (overlijden van Gerard Neyt)
- 12.05.1886, erfenis: a) Neyt-Vansele Yvo, molenaar te Evergem en b) Neyt-Hollebosch Jacob Frnas, molenaar te Evergem (overliden van Van Acker Colette, weduwe Neyt Gerard)
- 032.04.1894, verkoop: Neyt-Hollebosch Jacob Frans, molenaar te Evergem (notaris De Canck)
- later, erfenis: a) Neyt Camiel, b) Neyt Idalie Leonie, c) Neyt Alex Marie, molenaar te Evergem, d) Neyt Elodie Marie en e) Neyt Clarisse (overlijden van Jacob Frans Neyt)
- 30.10.1918, erfenis: a) Neyt Camiel, molenaar te Evergem, b) Neyt Idalie Leonie, c) Neyt Alex Marie, molenaar te Evergem en d) Neyt Eldoie Marie te Evergem (overlijden van Clarisse Neyt)
- later, erfenis: a) Neyt Camiel, molenaar te Evergem, b) Neyt Idalie Leonie, c) Neyt Alex Marie, de erfgenamen en d) Neyt Elodie Marie (overlijden van Alex Neyt)
- - later, erfenis: a) Neyt Camiel, molenaar te Evergem, b) Neyt Idalie Leonie, c) Neyt Alex Marie, de erfgenamen en d) Neyt Elodie Marie, de erfgenamen (overlijden van Elodie Neyt)
- 22.01.1956, erfenis: Neyt Camiel, molenaar te Evergem (overliden van Idalie Neyt)
- 01.12.1965, erfenis: Neyt Raymond Ferdinand, b) Neyt Maurice Auguste en c) Neyt Henrietta (overlijden van Kamiel Neyt)
- 25.06.1978, verkoop: Gemeente Evergem

Het was Gerard Neyt die, na het overlijden van zijn broer en na overleg met diens weduwe, besloot om de staakmolen te slopen en door een bergmolen te vervangen. Neyt had in die periode voldoende welstand opgebouwd om in 1863-64 het houten bouwwerk te vervangen door een stenen.

Men opteerde voor een binnenkruier, meer specifiek een kettingkruier. Dit was hetzelfde type als de Doomzelemolen, die in 1839 gebouwd werd (nu nog slechts romp). Om de kap naar de wind te draaien vond dit kruisysteem in deze streek enige bijval (Doomzele, Boekhoute). Het is uitzonderlijk gebleven. De bouwstenen werden vanuit Langerbrugge per schip aangevoerd tot aan de Bruggravenstroom, waar zij in platte schuiten werden overgeladen. Zij werden gelost op de aanlegplaats naast de molen.

Het gemaal werd uitgebaat door Gerard Neyt en zijn neef Ivo. In 1870 lieten zij een stoommachine plaatsen in de molen zodat het gebruik van de rosmolen wegviel. De bouwheer Gerard Neyt overleed in 1876. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Jacob-Frans, die het aandeel van Ivo Neyt afkocht in 1895 zodat een einde kwam aan de periode waarin de molen sedert 1767 in verdeeldheid werd uitgebaat. Bij het overlijden van Jacob-Frans in 1919 werd zijn 22-jarige zoon Kamiel de laatste molenaar van het geslacht Neyt op de Gerardsmolen. De molen werd niet meer gebruikt sedert 1940. Hij lag er lange tijd onbeheerd bij. De as was wegens averechts draaien uit de arduinen baansteen gelopen.De molen raakte stilaan in verval. Kamiel overleed op 2 december 1965.

Zijn erfgenamen hebben de molen aan de gemeente Evergem verkocht. Ter gelegenheid van 1000 jaar Evergem in 1966 kreeg de molen nog een restauratiebeurt, maar maalvaardigheid was toen niet de betrachting. De in 1983 geplande restauratie moest de molen opnieuw maalvaardig maken. Tijdens de stormnacht van 27 november vloog de noodkap van de molen. De eigenlijke restauratie werd in 1984 aangevat door de PVBA Mariman uit Zele en in 1986 beëindigd. Als mulder werd Antoine Saverwijns (°Sleidinge 1946 - +Gent 2011) benoemd, een telg van het muldergeslacht uit de houten Kuitenbergmolen te Evergem. Een juridisch steekspel over verantwoordelijkheid rond gebreken vastgesteld bij de oplevering zorgde dat er weinig maalwerk te bespeuren viel.

In oktober 1994 ging de concessie over aan de vzw Gerardsmolen. De derde restauratie van de molen vatte aan in augustus 2002 en is voltooid in juni 2003. Het molentechnisch werk werd uitgevoerd door 't Gebinte Molenbouw met molenbouwer Johan De Punt uit Erpe-Mere. Er werd een nieuw geklinknageld gevlucht gestoken.

TECHNISCHE GEGEVENS

Type:
Ronde, stenen bergmolen met een kettingkruiwerk, een bovenkruier.
Functie :
Korenmolen oorspronkelijk, waarschijnlijk ook oliemolen gezien het restant van een conisch, houten spoorwiel onderaan in de molen.
Landschappelijke toestand:
Ondanks de bebouwing in de buurt is de windvang nog vrij behoorlijk, dank zij de hoge belt.
Staande werk:
Dit is een hoge maar eerder slanke molen, van de basis tot de nok ongeveer 19,30 m hoog. In de belt zijn er twee poorten aangebracht, nl. in de zuidoost-noordwest as. Deze ruime onderkamer zorgde dat de molenaar en zijn klanten gemakkelijk met paard en kar konden binnenrijden. De kuip is nooit geverfd geweest. De vrij grote kap is typisch Oost-Vlaams qua vorm. Het kruisysteem zit achteraan in de kap. Kruien (=naar de wind zetten), geschiedt door middel van een ketting, die van op de dam aangetrokken wordt.
Het kruisysteem:
Het kettingkruiwerk dat hier toegepast werd, vond in deze streek enige bijval. Het is uitzonderlijk gebleven.De kap loopt op ijzeren rollen een zogenaamd Engels kruiwerk.
Draaiend werk:
Er is een geklinknageld gevlucht met een lengte van 24 m, vervaardigd door molenbouwer Roland Wieme uit Deinze. Het tempo van de wieken is afhankelijk van de kracht van de wind. Door meer of minder zeil te leggen houdt men het malen onder controle. De zeilen zijn van een synthetische stof WK 77 genaamd. De askop is Kempens met een eiken liggende as. De staande as is van pitch-pine en ontkoppelbaar onder het spoorwiel, zodat de maalstenen niet via mechanische aandrijving gebruikt kunnen worden. Op de begane grond is er een kleine mechanische maalderij opgesteld die destijds met de stoommachine werd aangedreven, nu elektrisch. Verder is er op de meelvloer een kleine haverpletter. Momenteel zijn er nog twee steenkoppels van Franse natuursteen en een koppel grauwe stenen van basaltlava; alle koppels hebben een overbrengingsverhouding van 4,08.
De vang:
Om de molen af te remmen, is er een olmen plankvang met een vangtrommel.
Luiwerk:
Er is een licht conisch, houten sleepluiwerk om zakken graan op te trekken en meel neer te laten.
Mechanische aandrijving:
In 1870 werd een stoommachine in gebruik genomen.

DE GERARDSMOLEN vzw

Dat de molen te Wippelgem opnieuw regelmatig draait is te danken aan de vrijwillige inspanningen van vzw Gerardsmolen. Deze vereniging werd opgericht in mei 1994. De initiatiefnemers hebben tot doel de molen terug in werking te stellen, alsook het inrichten van allerlei sociale en culturele activiteiten. Om met de molen te kunnen malen was aanvankelijk de samenwerking met de molenaars Frans Brouwers en Johan van Holle nodig. Via de molenaarsvereniging vzw Levende Molens kon een opleiding tot vrijwillig molenaar gevolgd worden. Dit maakt dat er thans 6 gediplomeerde molenaars zijn zodat de toekomst van de Gerardsmolen als getuige van het eeuwenoude molenaarsambacht verzekerd zal blijven.

De ploeg medewerkers is samengesteld op basis van hun interesse in de molen en in functie van hun talent op artistiek, technisch of ambachtelijk vlak. De vrijwillige molenaars zijn: Rik De Baerdemaeker, Wim De Keyzer, Freddy Reyniers, Kris Bruggeman, Luc Jacobs, René Claeys, Paul Steyaert. Overige medewerker is Danny Bundervoet. Aspirant-molenaar in stage: Danny Bundervoet.

MOLENACTIVITEITEN

De molen is gratis (een vrijwillige bijdrage is natuurlijk welkom) te bezoeken elke tweede zondag van de maand van 11.00 h tot 17.00 h. Hij is daarenboven ook toegankelijk op de Vlaamse en Oost-Vlaamse molendagen, op Wippelgemkermis (3de zondag van augustus) en op Open Monumentendag. Met een pannenkoekenbak voor de goede mensen uit Wippelgem en omstreken.
Bij goede wind kan hij draaien en malen. Contactadres: Danny Bundervoet, tel. 09 378 66 59, e-mail: gerardsmolen@gmail.com. Geleide bezoeken (min 10 pers.) zijn mogelijk op afspraak (14-tal dagen op voorhand), ook in de week.

Aanvullende informatie

Jaarlijks aantal asomwentelingen:

1994:   5.353
1995: 12.654
1997: 35.289
1998: 24.435
1999: 44.720
2000: 23.520
2001: 19.261
2002: 13.532
2003: 12.940
2004: 18.216
2005: 18.876
2006: 18.285
2007: 22.480
2009: 21.404 
2010: 11.310
2011: 18.329
2012: 19.732
2013: 22.311
2014: 19.057
2015: 19.542
2016: 23.297

Intekendatum: 19.09.2001, 11 u.
Molen: Evergem-Wippelgem (0.-Vl.), Gerardsmolen - stenen bergmolen
Bouwheer: Gemeente Evergem
Ontwerper: Architectenbureau P. Gevers, Kasterlee
Opdracht: Restauratie; o/cat. D23 of D24, kl. 1; 60 werkdagen
Plaats aanbesteding: Gemeentehuis, F. De Kokerlaan 11, Evergem
Offertes: 't Gebinte Molenbouw bvba, Erpe-Mere, €133.208,91; Nijs P. nv, Deinze, €140.151,29; Goedleven François Bouwonderneming nv, Brasschaat, €143.868,43
Toewijzing: 't Gebinte Molenbouw bvba, Erpe-Mere

A. De Vos, "Graanwindmolens te Evergem", in: Appeltjes van het Meetjesland, XI, 1960, p.175-246.
Achiel De Vos - Werkgroep, "Geschiedenis van Evergem", Aalter, 1994.
Vanacker D. & Hendryckx M., "Langs Het Kanaal", Gent, 1982.
Wolfaert G., "Oude Prentbriefkaarten van Evergem", Evergem, 1982.
"Beknopte historiek van de Wippelgemmolen (Evergem)", in: Molenecho's, IV, 1976, p. 20;
Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985;
Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25);
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 2. Gemeenten D-E", Rotem, Studiekring Ons Molenheem, 1998;
Luc Neyt, "De Familie Neyt. 1560-1988", in: De Eik (Driemaandelijks Gewestelijk Tijdschrift voor Familiekunde - Eeklo), XIII, 1988, kwartaal II, p. 48-208;
Els De Kinderen, "Nabeschouwing Oostvlaamse Molendag [Rupelmonde, Sint-Niklaas, Evergem-Wippelgem, Westermolen, Ertvelde], in: Levende Molens, jg. 8 (1986), nr. 10, p. 73-74, ill.;
H. De Vuyst, "Hout werkt", in: M&L, Monumenten, Landschappen & archeologie, tweemaandelijks tijdschrift van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel jg. 24, nr. 4, p.-8-21, ill.
"Antoine Saverwijns overleden", in: Levende Molens, 33ste jg., 2011, nr. 3, p. 35.
Mola, "Aantal asomwentelingen van Oost-Vlaamse molens in 2010", in: /West-/Vlaams Molenblad, XXVII, 2011, 1, p. 51.
Mailbericht René Claeys, Evergem, 10.10.2013.
Mailbericht John Verpaalen, Roosendaal, 14.01.2015.

Persberichten
Rudi Van Holderbeke, "Gerardsmolen kan weer draaien Wieken en dakbedekking Wippelgemse molen gerestaureerd", Het Nieuwsblad, 17/05/2003,
Chris Thienpondt, ,Geen mastodont naast onze Gerardsmolen''. Bewoners en molenaars tegen komst flatgebouw", Het Nieuwsblad, 01.12.2006.
WDB, "Geen appartementen aan Wippelgemse molen", in: Het Nieuwsblad, 13.08.2008.

Mailberichten
René Claeys, vrijwillige molenaar Gerardsmolen

Overige foto's

transparant