Molenzorg
navigatie Tongerlo (Bree), Limburg
Foto van Keyartmolen, Tongerlo (Bree), Foto: Robert Van Ryckeghem, Koolkerke  | Database Belgische molens © Foto: Robert Van Ryckeghem, Koolkerke

Keyartmolen
Keyartstraat 4
3960 Tongerlo (Bree)
op de Itterbeek
kadasterperceel B1004
51.123348, 5.656110 (Google Maps)
Wim Winthaegen & Sonja Houben, Tongerlo
Voor 1139, diverse malen herbouwd, o.m. in 1850
Turbine watermolen
Korenmolen
Bakstenen gebouw, dwars op de waterloop
Turbine (type Francis, Koppen & Frings uit Maastricht)
Nog aanwezig: twee koppels kunststenen, pletter, mengketel
Gebouw goed, turbine gereviseerd
M: monument, DSG: dorps- en stadsgezicht,
18 november 1993
Wim Winthaegen, Jos Winthaegen, Danielle Wetzels
Als bed & breakfast, op afspraak, tel. 089 460047 (Sonja Winthagen); 0478 797390 (Wim Winthaegen); 0473 12 48 97; info@keyartmolen.be
50272 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De "Keyartmolen" is een watergraanmolen (onderslagtype) op de rechteroever van de Itter, tussen de Zuid-Willemsvaart en het dorp Tongerlo. Deze vaart, waarvan aan de dijkvoet de molen is gelegen, is aangelegd in 1826. Alleen de molen ligt op het grondgebied van Tongerlo, de molenaarswoning en de hoeve liggen op het grondgebied van Gruitrode.

De molen werd voor het eerst vermeld in 1139. Hij werd toen in pacht gegeven door Godart, zoon van de Graaf van Loon, aan Aernout van de Keyart.  
In 1590 was notaris Adam Van de Keyart eigenaar; hij was procureur van het Hof van Luik en woonde in Bree in de Kloosterstraat.  0p 26 april 1635 was de molen in het bezit van Joan d'Ossorio de la Peina, burger te Bree. In een akte van 17 april 1667 werd de molen in eigendom vermeld van Joan d)Ossorio de jonge, in dienst van de Koning van Spanje, zoon van don Joan Ossorio en broer van don Jacques Ossorio.

Ook in de schepenbank van Neeritter van 27 november 1681 wordt melding gemaakt van deze Jean d'0ssorio de la Peina. Ziehier de akte, omgezet in modern Nederlands:
1681, 27 november.
Schepen Pieter Fabri laat namens de Moeder en de conventuelen van St.-Agnetenklooster van Maseyck, een obligatie registreren, op 19 april 1679 opgesteld voor notaris Jaspar Claessens te Maseyck. Guiliam de Borman de Gratem bleef bij het St.-Agnetenklooster borg voor don Jean d'Ossorio de la Peina, gewezen kapitein van de katholieke majesteit. De Borman zal aan het klooster 1000 gulden Brabants betalen zodra hij aan zijn geld kan dat nu buitenshuis is. Die 1000 gulden komen in vermindering aan de dote die d'Ossorio en zijn kinderen aan het klooster beloofden voor zijn dochter en hun zuster, die kortelings in het klooster haar professie denkt te doen. Voor de andere 1000 gulden die nog aan de dote mankeren, belooft De Borman 5% te geven aan het klooster, in zoverre d'Ossorio in gebreke blijft. De Borman verplichtte zich daartoe aan persoon en goederen. Don Jean d'Ossorio, als vruchtgebruiker, en zijn oudste dochter Catharina d'Ossorio, voor haarzelf en als geconstitueerde van haar broer, ook don Jean d'Ossorio, als eigenaars, beloven De Borman altijd schadeloos te houden. Ze zetten daartoe in pand: hun molen te Tongerloe, genaamd den Keijart, met hun wenhof daarbij gelegen.
Gedaan te Maseyck ten huize van De Borman. Getuigen: Fredericques Borman, deken en kanunnik der collegiale kerk te Maseyck en Mathijs van Boecket".

Op de Ferrariskaart (1771-77) staat de molen aangeduid met een hoeve met twee vleugels, de huidige N.O.- en Z.O.-vleugel. In de eerste helft van de 19de eeuw (Atlas van de Buurtwegen, 1845) kreeg de hoeve haar huidige U-vorm. De molen was toen eigendom van de molenaar Thomas Vissers, en de gebouwen waren van vakwerk. In 1850 werd de molen volledig heropgebouwd en versteend.

Molenbeschrijving uit 1830 (kadasterarchief Hasselt):
Een houten en lemen gebouw met strooi gedekt, in het dorp gelegen, 1 paar stenen, 1 kamrad in goede staat, alles klein ingericht, de beek dwars de vaart met een sluis, watergebrek bij het schoonmaken van de vaart met vergoeding voor de molenaar.

Eigenaars na 1840:
- voor 1844, eigenaar: Vissers Thomas, molenaar te Gruitrode
- 1863, verkoop: Galdermans-Thevissen Petrus en Leonardus, secretaris te Tongerlo
- 1898: de weduwe en de kinderen
- later, deling: a) Galdermans Petrus, de weduwe en kinderen (voor 1/2), b) Galdermans Leonardus, de erfgenamen (voor 1/2)
- 1900, begin vruchtgebruik: a) Galdermans-Thevissen Petrus, de weduwe en kinderen (1/2), b) Galdermans Jozef, molenaar te Tongerlo (1/2 naakte eigendom), c) Galdermans Margaretha, huishoudster te Tongerlo (1/2 vruchtgebruik)
- 1908, deling: a) Galdermans-Geutjens Jozef, molenaar te Tongerlo (1/2 vruchtgebruik en 1/2 naakte eigendom), b) Galdermans Margaretha, huishoudster te Tongerlo (1/2 vruchtebruik)
- 1910, einde vruchtgebruik: Galdermans-Geutjens Jozef, molenaar te Tongerlo
- 1930: de weduwe en kinderen
- 1946, deling: Galdermans-Malcolm Willem Jozef Hubert Antoon, rustend territoriaal administrateur te Brussel
- 1948, verkoop: Dompas-Deckers Alfons Casimir, molenaar te Lot
- 1965: en kinderen
- 1969, 16 april, openbare verkoop: Clijsters Jozef
- 1975, verkoop: Clijsters Pierre, zoon van Jozef (Tongerlo, 1937-2007)
- 2008, verkoop: Wim Winthaegen & Sonja Houben, Tongerlo

In 1863 kochten de broers Nardje (Leonard) en Peter Galdermans de Keyartmolen. Op deze molen rustte uit een ver verleden een rente van 10 vat rogge, jaarlijks in natura te voldoen aan de kerk van Tongerlo. De broers kochten in 1887 deze last af voor de som van 910,85 Belgische frank. In 1900 kwam de molen in handen van de weduwe van Petrus Galdermans en de twee kinderen.
Acht jaar later verwierf Jozef Galdermans, naast het bezit van de Galdermansmolen ook de Keyartmolen.

Begin 1923 werd een belangrijke vernieuwing uitgevoerd. Het groot houten onderslagrad werd toen vervangen door een turbine. Deze werd eerst door Peter Reynen uit Ittervoort bediend en daarna werd het werk overgenomen door Jan Janssen ("Janneske Blome") die al langer als molenaar werkzaam was op de molen. In 1946 ging de eigendom over op zoon Willem Jozef Hubert Antoon Galdermans. Hij verkocht de molen reeds twee jaar later aan Alfons Casimir Dompas, molenaar uit Lot (Vlaams-Brabant).

Bij publieke verkoop van 16 april 1969 werd de molen aangekocht door Jozef Clijsters. Zoon Pieter (Pierre) Clijsters (°Tongerlo 1937) verwierf de molen op 1 maart 1975 en liet de molen tot 1985 op waterkracht malen, daarna nog af en toe elektrisch. Pieter Clijsters overleed op 11 februari 2007 na een ongeval in de molen. Hij was net bezig met een restauratieproject.

In 2008 werd de molen verkocht aan het echtpaar Wim Winthaegen & Sonja Houben uit Kinrooi. Ze renoveerden in 2010 de hoeve tot een bed and breakfast, werken aan een maalvaardige restauratie en de opwekking van groene stroom. De molen is inmiddels maalvaardig op elektriciteit. de turbine werd in 2014-2015 gereviseerd. De molen beschikt inmiddels over een drietal gediplomeerde molenaars: Wim Winthaegen, Jos Winthaegen en Danielle Wetzels. Er is de ambitie om elektriciteit op te wekken.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Bouwkundige en molentechnische beschrijving (Agentschap Onroerend Erfgoed)

De molen is een rechthoekig gebouw (7,97 x 9,37 meter) van twee traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen), van 1850. Er waren tuitgevels met vlechting. Bij de verbouwing in de 2de helft van de 19de eeuw werd het gebouw verhoogd, zodat de dakhelling gewijzigd werd; de oorspronkelijke zijgevels met vlechtingen bleven behouden in de huidige zijgevels. Baksteenfries onder de dakrand. De voorgevel is voorzien van een getoogde deur (2de helft 19de eeuw) en een oculus in de geveltop. In de achtergevel bleven drie oorspronkelijke vensters bewaard: het zijn kleine rondboogvensters; eronder een groot getoogd venster (2de helft 19de eeuw). In de zuidwestelijke zijgevel werd een rondboogvenster gedicht. De achtergevel, aan de zijde van de Itter, werd gedeeltelijk gecementeerd.

Het oorspronkelijke houten onderslagrad bevond zich aan de korte gevel.  Het had een diameter van 4,80 meter en de schoepen waren 75 cm breed. (Deze maten konden worden afgeleid uit het feit dat de ark niet gewijzigd werd bij de plaatsing van de turbine.) De ark is van beton en er zijn drie sluizen. De oorspronkelijke maalsluis van het rad is 112 cm breed. De lossluizen hebben een breedte van 147 cm. De buitenste lossluis is thans de maalsluis voor de turbine. De bediening geschiedt door handwielen op spindels. De stuwhoogte bedraagt 84 cm, de waterdorpel is 156 cm boven de vloedbaan.
Door het volstorten van de ark kan de molen tijdelijk niet over water beschikken.
De turbine is van Koppen & Frings uit Maastricht, type Francis.

De oorspronkelijke maalsluis naast het molenhuis is nog aanwezig.

De kamraderen zijn van gietijzeren, alle conisch. Het kamrad op de turbine-as telt 66 houten kammen. De tandwielen op de horizontale as tellen zowel aangedreven als aandrijvend 44 kammen, op de steenspillen 66 houten kammen. De overbrengingsverhouding is 1:1. Er zijn twee koppels 17der kunststenen. De zolder onder de stenen wordt gedragen door twee gietijzeren kolommen. De geschatte uurproductie bedraagt 200 tot 250 kg gerst of rogge. Het luiwerk wordt aangedreven door poelies en drijfriem, het zakkentransport gaat via klapluiken. In de molen zijn aanwezig: een pletter, een mengketel en een motor met reductiekast die de horizontale as kan aandrijven. Tijdens de verbreding van het kanaal werd de molen aangedreven door een ééncilinder tweetakdieselmotor, fabrikaat Anglo-Belg(ique)-Gent. Deze motor deed daarna dienst in de nabije Galdermansmolen te Tongerlo.

De U-vormige hoeve, aan de overkant van het erf, heeft een recent woonhuis in de Z.O.-vleugel. De vleugels met de dienstgebouwen dateren waarschijnlijk van 1850. Bakstenen gebouwen onder zadeldaken (Vlaamse pannen). Baksteenfries onder de dakrand. De N.O.-vleugel behield zijn aandaken met vlechtingen. Ten Z.W. de voormalige stallen; alle muuropeningen werden gewijzigd. Ten N.O. de voormalige dwarsschuur, oorspronkelijk voorzien van drie rondboogpoorten, waarvan thans twee gedicht.

Herman Holemans & Werner Smet, "Limburgse watermolens. Kadastergegevens: 1844-1980", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1985;
Bert Van Doorslaer, "Met de stroom mee of tegen de wind in? Molens in Limburg", Borgloon/Rijkel, Provinciaal Centrum voor Cultureel Erfgoed, 1996;
Jacq Manders & Daan Verheijen, "Koren op de molen. Langs de Itter", Hunsel, Heemkundevereniging Hunsel, 1992, 232 p.;
P.B. Simons, "Tongerlo, vroeger en nu", in: Het Ezendröpke, nr. 17 (uitgave Geschied- en Heemkundige Kring Groot-Bree);
Pierre Clijsters, "De familie Galdermans en de molens te Tongerlo", in: Het Ezendröpke, nr. 3 (uitgave Geschied- en Heemkundige Kring Groot-Bree);
Werner Smet, "Langs de Itter in Limburg. Een tocht langs de Itterbeek, met bezoek aan de vele watermolens en andere monumenten van natuurschoon", Kinrooi, 1986, 33 p. (Hartenvier, nr. 6)
Rudi Cober & Pierre Clijsters, "De Keyartmolen in Tongerlo", Het Ezendröpke, Kringtijdschrift van de Geschied- en Heemkundige Kring Groot-Bree, 1996, nr. 29 (mei) p. 12-21.
"In memorium Pierre Clijsters", Het Ezendröpke, nr. 51, 2007, p. 3.
H. Cuppens & W. Smet, "Limburgse watermolens. Molens op de Aabeek-Bosbeek & Itterbeek", Sint-Niklaas, 1980.
T. Guffens, "Pollismolen Opitter-Bree", 1987, p. 135.
S.F. Maes & J. Dreesen, "De geschiedenis van Bree. De parochie, de oude kloosters", Heverlee, 1946, p. 61
S.F. Maes, "De geschiedenis van Bree. De gemeente van de oudste tijden tot aan de Franse revolutie", 1952, p. 183.
Jan Gerits, "In Memoriam Pierre Clijsters (1937-2007), penningmeester Geschied- en Heemkundige Kring Bree, in: Heemkunde Limburg, driemaandelijks tijdschrift, jaargang 2007, nummer 4, december 2007, p. 19-20.
R. van de Konijnenburg, "Prospectie met ingreep in de bodem - Limburg - Bree (Tongerlo - Bosstraat - Keyartstraat). Interimverslag", onuitgegeven rapport, VIOE, 2010.
Molenzorg Zuid-Limburg vzw, "Nieuws uit Zuid-Limburg", Een verhaal over Water en Wind, jg. 27, 2015, september 2015, p. 5-6.

Mailberichten
Dirk Bosmans, 20.02.2012.
Paul Lammeretz, 23.02.2012.
Jos Winthagen, Tongerlo (Bree), 07.07.2008, 11.07.2014
Suus de Wit & Frans van de Wijngaard, Roosendaal, 20.05.2008

Overige foto's

transparant

Keyartmolen

Foto: Donald Vandenbulcke, Staden, 25.04.2010

Keyartmolen

Foto: Frans Van Bruaene, Laakdal, 11.10.2006

Keyartmolen

Foto: Robert Van Ryckeghem, Koolkerke

Keyartmolen

Verzameling Ons Molenheem

Keyartmolen

Foto ca. 1920, nog met houten onderslagrad. Coll. Ivo Peeters (kleinzoon molenaar)


Laatst bijgewerkt: zondag 13 december 2020
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen Keyartmolen, Tongerlo (Bree)homevorige paginaNaar Verdwenen Molens