Intekendatum: voorjaar 2002 Molen: Koekelare (W.-Vl.), Plaatsmolen, molen Van Ghillewe, molen Depreitere - stenen bergmolen, romp zonder kap Bouwheer: Luc Depreitere, Koekelare Ontwerper: Arch. Bernard Herman, Brugge Opdracht: Renovatie molenromp: herstel metselwerk, schilderen Toewijzing: Cortier-Vandenbussche nv, Aalter
------------------
Hervé Cattrysse, "Stamboom Ambrosius Cattrysse 1838-1920", 2002.
Cattrysse Theophiel
Hij was de zoon van Ambrosius Cattrysse en Marie-Louise Clarysse. Hij oefende volgend beroep uit: timmerman-barbier. Daar deze zoon van Ambrosius, mijn grootvader was, kan er wat meer aan het papier worden toevertrouwd dan over de andere kinderen van Ambrosius en Marie-Louise.
Hij blijft nochtans ook voor mij ‘de grote onbekende’ want hij stierf in 1940 toen ik pas anderhalf jaar oud was. Het was op zijn zachtst uitgedrukt een 'komische' figuur; hij was zeer volks maar kon ook zeer koleiriek zijn.
Een algemeen kenmerk van alle Ambrosius-nazaten, in eerste lijn, d.w.z. zonen en schoonzonen, was dat ze bijna allemaal graag een glaasje dronken.
‘n Geplogenheid die bij de gewone man heel wat navolging kende en bij sommigen zelfs fataal uitdraaide. Gelukkiglijk voor het gezin van Theophiel, bleef alles beperkt tot de joviale faze.
Dit viel ook op bij het allereerste stamboombezoek aan de familie D'Haene in de Asstraat,46 te Koekelare. Daar wist men zeer goed dat hij ooit een molen bezeten had in Koekelare (zijn eigen zoon, Leon Cattrysse, wist dit zelfs niet).
Onmiddellijk werd daar aan toegevoegd dat de minder gefortuneerde Theophiel slechts 'molenaar' werd door huwelijk... en dat de zaak niet zo rendabel was, want hij dronk graag een pintje.
Hij huwde inderdaad Juliana Vanghillewe, die 10 jaar jonger was dan hem, en dit huwelijk was hoogst waarschijnlijk tegen de zin van de wellicht meer begoede molenaarsfamilie. De dochter die trouwde met een knecht was een situatie die niet zo geliefd was in die tijden.
Toen hij als 38-jarige weduwnaar in het huwelijk trad met een merkelijk jongere Maria Hoornaert was hij reeds een "begoed" figuur. Hij beschikte trouwens over een eigen huis. De vermoedens zijn er dat dit voor een deel aan de ‘welstand’ van de Vanghillewes te danken was... dit is slechts een vermoeden. In 1940 is er ooit een 'heibel' geweest omtrent 500 Bef, die teruggevorderd kort na zijn overlijden.
Naar verluidt zou Theophiel bij het heengaan van zijn eerste echtgenote de bewuste 500 frank, die van haar familie afkomstig was en aan het jonge Cattrysse-koppel geleend werd, aan de familie Vanghilluwe hebben terugbetaald. Maar zoals het toen wel meer voorkwam bij gewone mensen werd daarvoor geen briefje of bewijsstuk gevraagd.
Wellicht er goeder trouwe zullen de nazaten van de Vanghillewes dit ook niet geweten hebben en werd zoals gezegd in de jaren '40 de 500 fr. teruggevraagd... maar dan met samengestelde interest... en er waren heel wat cijfertjes en nulletje bijgekomen. Hoeveel het bedrag toen uiteindelijk was, is me ontsnapt.
Literatuur
Lieven Denewet, artikel in: Mededelingenblad Werkgroep West-Vlaamse Molens, XVIII, 2002, 4, p. 164-168 (met: plan uit 1835, toen de houten molen vervangen werd door de stenen molen en met natuurgetrouwe tekening, gemaakt door de Duitse reserve-luitenant Anton Schütz uit Dresden) T. Dereeper & J. Heus, Bijdrage tot de ontwikkelingsgeschiedenis van de dorpskern van Koekelaere (tot ca. 1850), in Spaenhiers. Jaarboek, jg. 4, 1996. Dereeper Triphon, Koekelare in oude prentkaarten, Zaltbommel 1972 P. Vanneste P. & S. Baert S. m.m.v. B. Boone, S. Creyf & M. Vranckx, Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West- Vlaanderen, Gemeente Koekelare met deelgemeenten Bovekerke en Zande, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL46, 2010. L. Denewet, "Tien Vlaamse molens ingehuldigd in 2003", Molenecho's, XXXI, 2003, 4, p. 281-296. Raf Seys, "Heemkundige kroniek. De Koekelaarse windmolens", in: De Spiegel (Annuarium VII van de O.V.K. Rijksmiddelbareschool Koekelare), 1968, p. 134-137; H. Holemans, "De molens in West-Vlaanderen [niet opgenomen in L. Devliegher, "De Molens in West-Vlaanderen"]", in: Ons Molenheem, jg. 6 (1986), nr. 1 (maart), p. 11-13, ill. Herman Holemans, West-Vlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1980, Deel IV, Gemeenten K-L, Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem, 1997. Jean-Marie Lootens, Moleneigenaars te Koekelare, in: Infogids Koekelare: de Mokker – Bovekerke – Zande 1995-1997, Koekelare, 1996 Seys Raf, Koekelare Gisteren en op de drempel van morgen, Sint-Niklaas 1987 p.50. Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, inventaris van het bouwkundig erfgoed, Gemeente Koekelare p. 253-254. Hervé Cattrysse, "Stamboom Ambrosius Cattrysse 1838-1920", 2002.
|