De Poedermolen of molen Debruyckere (naar de eigenaars-molenaars) is een stenen stellingmolen in de Dinantstraat (nr. 10), op de hoek met Meulekreek.

Hij werd opgericht in 1847 als een korenmolen door François De Vos, molenaar te Middelburg, ter vervanging van de oude, in 1846 afgebrande houten molen, gelegen op de zuidoosthoek aan de vroegere stadswal (zoals afgebeeld op de Ferrariskaart van 1775), tegenover de nieuwe molen.

Openvolgende eigenaars:
- 1847, opbouw: De Vos François, molenaar te Middelburg
- later, erfenis: de erfgenamen (waaronder Serruys Pierre Jean, weduwnaar Bonte Isabelle Thérèse (overlijden van François De Vos)
- 14.08.1870, verkoop: De Vos Eugenie, zonder beroep te Middelburg (notaris Wallijn)
- 1877, huwelijk: De Bruyckere-De Vos Leonard, molenaar te Middelburg
- 20.11.1898, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van Leonard De Bruyckere)
- 24.09.1900, erfenis: de kinderen: a) De Bruyckere Edmond, molenaar te Middelburg en b) De Bruyckere Elisa, zonder beroep te Middelburg (overlijden van de weduwe De Vos van Leonard De Bruyckere)
- 24.09.1900, deling: De Bruyckere-Hoste Edmond, molenaar te Middelburg (notaris Wallijn - wind- en stoommolen)
- 05.03.1923, verkoop: Lampo-Maenhout Alfons, koopman te Sint-Kruis (Brugge), later molenaar te Middelburg (notaris Vermant ) er is enkel in de verkoop begrepen "de windmolen tot aan de 1e zoldering alsmede de steenen stal met pannen gedekt. Het overige zij houtwerk, steenen enz. blijft eigendom der verkooper die alles zal geruimd hebben voor 1-4-1923")
- na 1955, erfenis: de kinderen (overlijden van Alfons Lampo)
- 15.02.1977, erfenis: de kinderen (overlijden van de weduwe Maenhout van Alfons Lampo)
- 24.08.1977, verkoop: Claeys-Cherlet André Joseph Lucien, landbouwer te Heusden (O.-Vl.) (notaris Van Hyfte)
- 10.02.1989, erfenis: de weduwe en de kinderen (overlijden van André Claeys)

In 1900 was een stoommachien aanwezig, maar er werd ook nog met de wind gemalen.
De molen De Bruycker werd ontmanteld en afgeknot in 1921. De laatste molenaar was Edmond De Bruyckere-Hoste. Enkel nog het onderste deel van de romp bleef behouden en is in gebruik als bergplaats. Het onderging in 2013 een renovatie van het metselwerk.

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Literatuur

Paul Bauters, "Eeuwen onder wind en wolken. Windmolens in Oost-Vlaanderen", Gent, Provinciebestuur, 1985, p. 402-403.
Paul Bauters, "Oostvlaams molenbestand 1986", Gent, 1986 (Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen. Bijdragen, nieuwe reeks, 25);
"Inventaris van de wind- en watermolens in de provincie Oost-Vlaanderen naar gegevens van het Archief van het Kadaster. Tweede aflevering. De arrondissementen Eeklo en Gent", in: Kultureel Jaarboek voor de provincie Oost-Vlaanderen, XV, 1961, 2 (Gent, 1962);
Herman Holemans, "Oostvlaamse wind- en watermolens. Kadastergegevens 1835-1990. Deel 5. Gemeenten M-N", Opwijk, Studiekring Ons Molenheem, 2004;
Johan Ballegeer, "Molens in de Zwinstreek", in: Rond de Poldertorens, 47ste jg., 2005, nr. 2, p. 39-75.
M. Martens, Middelburg, (Heemkundige Bijdragen uit het Meetjesland, III, 1989, 3, p. 133-154).
Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Assenede, Eeklo, Kaprijke, Maldegem en Sint-Laureins, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 21N.