Molenzorg
navigatie Sint-Genesius-Rode, Vlaams-Brabant
Foto van Molen van Zevenbronnen<br />Zevenborremolen<br />Molen van de Zeven Fonteinen<br />Kloostermolen, Sint-Genesius-Rode, Foto: Donald Vandenbulcke, Staden, 29.05.2010 | Database Belgische molens © Foto: Donald Vandenbulcke, Staden, 29.05.2010

Molen van Zevenbronnen
Zevenborremolen
Molen van de Zeven Fonteinen
Kloostermolen
Zevenbronnen 5
1640 Sint-Genesius-Rode
westzijde
grens met Braine-l'Alleud (Eigenbrakel)
op de Zevenborrebeek
als afloop van de Molenvijver
2,7 km ten Z v.d. kerk
kadasterperceel D194bis
50.723122, 4.326778 (Google Maps)
Privaat
1402 / voor 1605 / 18de eeuw
Turbine watermolen
Korenmolen
Gewit gebouw
Turbine (pas kort voor de tweede wereldoorlog)
Houten mechanisme nog intact
Gebouw gerenoveerd tot woning, met behoud binnenwerk
M: monument, L: landschap,
16.11.1981 / 20.10.1947
Geen
Enkel het molengedeelte op aanvraag
50992 (allemolens.nl)

Beschrijving / geschiedenis

De Molen van Zevenbronnen (Zevenborre, Zeven Fonteinen) van Sint-Genesius-Rode is een graanwatermolen aan de westzijde van Zevenbronnen (nr. 5), in het domein Zevenbronnen, op de grens met Braine-l'Alleud (Eigenbrakel) in Wallonië. In oude teksten wordt de watermolen gesitueerd op "den dam van Dietschenrode" (Dietsrode) of "super vivarium". 
De watermolen wordt gevoed door de Molenvijver, 4 ha 42 a groot, die uit het oosten en het zuiden gevoed wordt en bij zijn afloop aan de watermolen in het westen de Zevenborrebeek vormt. Deze gaat in Dworp aan de molen De Nayer-De Becker (waarvan het gebouw nog bestaat) over in de Molenbeek. De Molenvijver was niet enkel nuttig voor de vis, maar ook om een hoger debiet te krijgen. Vooral 's nachts werd het water opgestuwd om het overdag af te malen.

De augustijnenpriorij van Zevenbronnen was ontstaan als een kluis gesticht door Gielis van Bredeycke, kapelaan van de Anderlechtse Sint-Guidokerk. Hij trok zich terug in het Zoniënwoud met enkele gezellen en kon rekenen op de steun van de kerkelijke en wereldlijke hiërarchie. De kapel werd ingewijd door de hulpbisschop van Kamerijk op 11 april 1388 en de gronden werden geschonken  door hertogin Johanna van Brabant bij akte van 4 november 1388.

Deze hertogin schonk op 19 januari 1402 de banmolen van Tenbroek in Alsemberg (later ook Ensdellemolen genoemd, Losseweg 101) met alle afhankelijkheden en rechten aan de priorij mits een jaarlijkse cijns van 14 mudden rogge en 14 ponden aan de ontvanger van het hertogelijk domein, toen Jan van Heelbeke. Deze overdracht gebeurde onder zijn voorzitterschap voor de schepenen van Alsemberg en Sint-Genesius-Rode.

En nu komen we tot de Watermolen van Zevenbronnen. Dezelfde hertogin Johanna van Brabant verleende op 15 maart 1402 het octrooi aan de priorij tot oprichting van de watermolen op de dijk van Diedsrode, om die eeuwig te bezitten contre un cens de bonne monnaie. Alle rechten van de molen van Tenbroek werden gevrijwaard. Er bestond een akkoord tussen de molenaars van Tenbroek en Zevenbronnen. Ze mochten bij elkaar laten malen, bijvoorbeeld bij een technisch mankement of als er te weinig water was bij een van hun molens. In het pachtcontract van de molen van Tenbroek tussen het klooster en molenaar Frans Robbelaert uit 1646 wordt dit als volgt verwoord: Item is onder den uytgevers ende den huerlinck een vast contract ende beloefte gedaen dat den uytgever sal moghen maelen in den meulen ten Broecke gehouden bij den huerlinck soo dickwils als aen den meulen te Dietsrode gehouden bij den Convent (klooster) iet sal wesen gebroken oft bij faut van water moghen comen maelen den huerlinck op den moelen te Dietsrode soo dickwijls daer iet soude moghen gebroken aen den meulen ten Broeck in den verstande dat wederzijde molster en sal genomen worden sonder fraud oft argeliest.

Op de molen van Zevenbronnen werd al het graan voor de bakkerij en brouwerij van de priorij gemalen, maar tevens voor de inwoners van de omgeving. Tijdens de hele 15de eeuw werd deze molen rechtstreeks door de kloosterlingen uitgebaat, zoals brueder Janne in 1477. Vanaf de 16de eeuw gebeurde dit door pachters-molenaars. (De andere abdijmolen, die van Tenbroek, werd al in 1430 in erfpacht overgedragen, met name aan Pieter Rauwele). Tot 1425 stond de prior zelf in voor het financieel beheer. Vanaf 1435 werd dit overgelaten aan een procureur tegen de jaarlijkse betaling à l’archa van 4 gouden kronen voor de molenstenen.

Over tien maanden in 1424 liepen de inkomsten op tot 16 mudden rogge, waarvan de waarde geschat werd op 685 plaques. De helft ervan werd voorbehouden voor de aankoop van de molenstenen. De molen van Tenbroek daarentegen bracht in dezelfde periode vrijwel het dubbele op, met name 1328 plaques, dank zij zijn grotere inkomsten als banmolen.

Zowel de priorij als de watermolens van Zevenborre en van Tenbroek werden in 1580 vernield tijdens de godsdienstoorlog. De kloosterlingen vonden onderdak in Brussel en verbleven van 1585 tot 1606 in het kasteel van Beersel. De watermolen was evenwel in 1605 opnieuw in staat om te malen, want dan werd Jan Nicaux-Meets als pachter-molenaar aangetrokken.

Op een schets uit de 17de eeuw van de omgeving van de molen van Zevenborren, met als aanduidingen: "Molen van sevenborre" (rechts boven), "het godtshuijs [priorij] van Zevenborre" of de (onder), "Straete comende van ten broeke naer den molen" (schuin oplopend vanuit de linkerhoek). Aan de zijgevel zien we een bovenslagrad en de sluis. De dakbedekking is deels met stro (het molengedeelte) en deels met pannen (het woongedeelte). Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, Reeks II, nr. 4684 (T 459 - 4684). Ongedateerd (17de eeuw), anoniem, handschrift, pen, papier, 30,6 x 38,6 cm.

We zien de molen van Zevenborren ook aangeduid op:
- Anonieme, ongedateerde schets (pen op papier, 30,6 x 38,6 cm) van de omgeving van de molen van Zevenborren uit de 17de eeuw, met als aanduidingen: "Molen van sevenborre", "het godtshuijs van Zevenborre", "straete comende van ten broecke naer den molen". Aan de gevel zien we een bovenslagrad (Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, Reeks II, nr. 4684 (T 459 - 4684).
- Fricxkaart (1712) met het symbool van een waterrad bij de benaming "Les 7. Fontaines"
- Ferrariskaart (ca. 1775) met de benaming "Moulin des sept Fontaines"
Op deze kaart is op de plaats van de huidige molen een gebouw op rechthoekig grondplan te zien, iets achterin ingeplant, parallel met de weg op een driehoekig, met bomen omzoomd perceel. Ten zuiden van dit gebouwtje ligt een waterloop en daarnaast een tweede gebouw op rechthoekig grondplan, eveneens parallel met de weg.
- kaart van de goederen van de priorij van Zevenbronnen (1786). Dezelfde configuratie is zichtbaar. Het gebied waarin dit geheel is ingetekend wordt beschreven als 'Une Prairie en Partie Bois Nommée le Molenweyde Contient y Compris le Moulin, Jardins (…)'.
- Primitief kadasterplan van Sint-Genesius-Rode (ca. 1834). De waterloop lijkt verlegd naar het noorden, om beter aan te sluiten bij het molengebouw . Het andere gebouw ten zuiden wordt niet meer weergegeven. Wel is er een nieuw klein gebouw ten noorden, dichter bij de weg.
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842) zonder benaming. Zelfde constellatie.
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850) met de tweetalige benamingen "Moulin de 7 Fontaine", "Molen Weyde Bron" naast de "Molen Vyver"
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855) met de benaming "Moulin des sept Fontaines"

De priorij van Zevenborren behoorde tot de religieuze instellingen die in 1784 werden opgeheven door keizer Jozef II (edict van 17 maart 1783). De gebouwen werden afgebroken, behalve de abdijhoeve, de schuur en een deel van de brouwerij. Het gastenverblijf werd grondig omgebouwd tot een kasteeltje met een landschappelijk park. 

De watermolen bleef evenwel verder draaien als korenmolen (en niet als papiermolen, zoals dat vroeger foutief werd geschreven). Hij werd door de nieuwe Franse overheid op 20 juli 1798 als nationaal goed verkocht aan Jean-Baptiste Dangonau, o.m burgemeester van Nijvel. Op 14 november 1827 volgde een verkoop aan Jean-François Wauwermans (Brussel 1776 - Elsene 1856, gewezen burgemeester van Sint-Joost-ten-Node), François Xavier Bernard, eigenaar in Brussel en Adrien Drion-Quérité, eigenaar in Brussel.

De watermolen, de overblijfselen van de priorij en de achterliggende gronden werden op 25 april 1838 (notaris Coppyn) gekocht door graaf Jacques André Coghen (Brussel, 1791-1858), gehuwd met Caroline Rittweger. Hij was een liberaal politicus en een gefortuneerde bankier. Samen met enkele andere geldschieters stichtte hij in 1824 de AG-verzekeringen. Onder de eerste Belgische koning Leopold I werd hij minister van financiën, werd ondervoorzitter van de senaat en kreeg een invloedrijke stem in de Société Générale. Na zijn overlijden deed zijn weduwe een aanvraag om het waterrad te herstellen. Dochter Isabelle Coghen (1822-1892) erfde de molen. Ze was gehuwd met Théodore Mosselman du Chenoy Eén van hun achterkleinkinderen is Paola Ruffo di Calabria, de latere koningin Paola gehuwd met koning Albert II van België.

Bij een openbare verkoop op 19 augustus 1892 van de voormalige priorij, landerijen, vijvers en watermolen (notaris Scheyven) werd handelaar Victorien Timberman-Coppens uit Sint-Gillis de nieuwe eigenaar. Hij betaalde zo'n 715.000 frank. Hij liet het watermolengebouw vergroten, zodat het de naastgelegen waterloop overkluisde. Naast de watermolen liet hij in 1894 het hotel-restaurant des Sept Fontaines bouwen (Zevenbronnen 6), hetgeen vele toeristen vooral uit het Brusselse aantrok. Na zijn dood in 1904 erfde zoon Leon Vital Timberman de molen.

Kort voor 1940 werd het bovenslagrad met een diameter van 6,98 meter vervangen door een tweedehandse turbine. Dat bleek geen succes:  onvoldoende debiet, verstopping van de turbine (o.m. door de bladeren van de vele bomen rond de Molenvijver) en de concurrentie van de industriële maalderijen. Daarenboven overleed molenaar Guillaume Algoet-De Neyer in 1948 en kwamen er geen opvolgers.

De watermolen en de voormalige abdijhoeve van Zevenborren werden op 16 november 1981 beschermd als monument. Al op 20 oktober 1947 was het landschap gevormd door de vijvers van Zevenborren en omgeving beschermd als landschap.

Het echtpaar Gillis Duqué-Gunst kocht de molen aan in 1983. Gillis is  ecologisch erg bewust en studeerde af met een eindwerk over groene stroom opgewekt door waterkracht. Deze mogelijkheid bleek echter niet toepasbaar op zijn eigen watermolen. Ondanks het hoge verval van bijna 7 meter is het debiet op de Zevenborrebeek te laag (ongeveer 40 liter per seconde) om voldoende stroom op te wekken. Wel liet hij een restauratiedossier opstellen door architect Xavier Viérin uit Brussel voor de renovatie van het molengebouw, gelukkig met behoud van de maalinstallatie. Er kwam een kleine uitbreiding naar achter toe. Het molengedeelte is thans op afspraak te bezoeken.

Enkele molenaars:
- 1477: broeder Jan (regulier kanunnik van het klooster)
- 1605: Jan Nicaux, "molitoris in Sevenborre", gehuwd met Elisabeth Meets
- 17de eeuw: Gabriëlis de Nayer (+Sint-Genesius Rode 1668), gehuwd met Petronilla De Haes, opgevolgd door hun dochter Elisabeth de Nayer "molitrix in septem fontibus" (+ Sint-Genesius-Rode 1684)
- 1736: Jan Ceulemans, "geweesde molder"
- 1815-1824: Jacques Van Volsom, papiermaker in Sint-Genesius-Rode
- 1824: Jacques Philippe Marcq, "mulder", (Ecaussinnes-Lalaing 1765 - Wuathier-Braine 1839), gehuwd met Barbe Testaert
- 1840: zoon Clement Marcq (°Wauthier-Braine 1809)
- 1870: Daniël Algoet (Dworp 1825 - Sint-Genesius-Rode 1907), tevens landbouwer en boswachter, gehuwd met Joanna Maria Hanssens (hij had de molenuitrusting overgenomen voor 5728 frank)
- 1890: zoon Guillaume Algoet (1862-1948), gehuwd met Marie Louise De Neyer (laatste molenaar)

Eigenaars na 1830:
- 20.07.1798, verkoop als nationaal goed: Jean-Baptiste Dangoneau, o.m. burgemeester van Nijvel
- 14.11.1827, verkoop: Wauwermans Jean François (de oude) (Brussel 1776 - Elsene 1856), o.m. burgemeester van Sint-Joost-ten-Node
- 31.05.1837, verkoop: verkoop: a) graaf Coghen Jacques André (Brussel, 1791-1858, gehuwd met Caroline Rittweger, liberaal politicus, o.m. minister van financiën en vicevoorzitter van de senaat, b) Bernard François Xavier, eigenaar te Brussel, c) Drion Adrien-Quérité, eigenaar te Brussel 
- 25.04.1838, verkoop: graaf Jacques André Coghen (Brussel, 1791-1858), gehuwd met Caroline Rittweger, liberaal politicus, o.m. minister van financiën en vicevoorzitter van de senaat (notaris Coppijn)
- 1858, erfenis: zijn zoon, graaf Joseph-Frantz Coghen (1827-1888)
- 19.08.1892, verkoop: Timberman-Coppens Victorien, eigenaar-handelaar te Sint-Gillis (notaris Scheyven)
- 27.11.1904, erfenis: de weduwe Coppens en kinderen (overlijden van Victor Timberman)
- 16.12.1905, deling: Timberman Leon Vital, handelaar te Sint-Gillis (notaris Duverleaux).
- 1983, verkoop: Gillis Duqué-Gunst

Bouwkundige en molentechnische beschrijving

Molengebouw van zes traveeën met schilddak (pannen), ingeplant op een helling zodat enerzijds anderhalve, anderzijds twee en een halve bouwlaag ontstaan; witgekalkte baksteenbouw met gepikte plint en gekasseid voorpleintje. Beluikte rechthoekige vensters en één deur met zandstenen posten in de tweede travee. De deur in vlakke omlijsting in de vijfde travee was volgens een prentkaart uit 1913 een venster. Zoldervensters met verbindend cordon van baksteen. Haaks volume met behouden molen. Bezijden ervan, alleenstaand bakhuis met schilddak (pannen).Bakstenen langsschuur onder afgewolfd zadeldak (pannen); gevels geritmeerd door rondboogarcaden met muurpilasters en imposten van baksteen. Recentere bijbouw.

De volledige houten maalinstallatie is bewaard en verkeert in goede staat. 

Lieven DENEWET & Herman HOLEMANS

Archieven en landkaarten
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, Reeks I, nr. 633 (I 003-633). Carte figurative des bâtiments, terres, prairies, étangs et bois du prieuré supprimé de Sept Fontaines, situé au village de Rhode, opgemaakt door landmeter P.R. Culp in 1786, gekleefd op doek, 101 x 66 cm. 
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, Reeks II, nr. 4684 (T 459 - 4684). Schets van de omgeving van de molen van Zevenborren. Ongedateerd (17de eeuw), anoniem, handschrift, pen, papier, Nederlands, 30,6 x 38,6 cm. 
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, reeks II, nr. 8284,  (T 459 - 8284). Kaartboek van het arrondissement Ukkel. , 106 fol., papier, 68,5 x 56 cm, bladen 66,4 x 100,3 cm. Handschrift, pen, aquarel, papier, schaal 1/2500, Frans, f° 62v°-63r°: "Section E, dite de Sept fontaines, en une feuille". Deze kaart is naar het zuiden georiënteerd, met bovenaan de priorij en onderaan de Molenvijver met de watermolen van Zevenbronnen.
- Algemeen Rijksarchief Brussel, Kaarten en plattegronden in handschrift, Reeks II, nr. 8631 (T 459 - 8631). "Extrait de la carte topographique de la franche garenne de Soigne, de la plaine et des duieres" (...), met o.m. de Priorij van Zevenbronnen, door Carolus Josephus Everaert, land- en edificitemeter in de Raad van Brabant, gevestigd te Brussel, 28.01.1783. Handschriftp, pen, aquarel, apier. Binnenkader 59,5x58,3 cm, blad 64,1x61,7 cm.
- Rijksarchief Leuven, nr. 723, Archief van de priorij van Zevenborren te Sint-Genesius-Rode:
* nr. 15507, Oorkondenschat, f° 116 (octrooi van de hertogin van Brabant van tot oprichting van de molen van Zevenborren, 15 maart 1402 ).
* nr. 15.592. Alsemberg, Molen ten Broek, Varia (1306-1401), met o.m. overdracht aan de priorij (19.01.1402), origineel op perkament; acten met voorgaande overdrachten.
* nr. 15.593. Alsemberg, Molen ten Broek. Stukken betreffende de functie als banmolen (16de eeuw).
* nr. 15.594. Alsemberg, Molen ten Broek. Pachten (1475-1715).
* nr. 15.595. Alsemberg, Molen ten Broek. Visitatie en meting van een sluisvoer, 1731.
- Kadasterarchief Vlaams-Brabant, mutatieschetsen Sint-Genesius-Rode, eerste afdeling, 1864/42, 1878/41, 1893/61, 1931/194, 1981/85.
- Fricxkaart (1712)
- Villaretkaart (1742-1748) (niet aangeduid)
- Ferrariskaart (ca. 1775)
- Kaart van de goederen van de priorij van Zevenbronnen (1786)
- Primitief kadasterplan van Sint-Genesius-Rode (ca. 1835) in: Gemeentearchief Sint-Genesius-Rode
- Atlas der Buurtwegen (ca. 1842)
- Topografische kaart van Ph. Vandermaelen (ca. 1850)
- Kadastrale kaart van P.C. Popp (ca. 1855)

Werken

- De Becker Urbaan & Vanhemelrijck Fernand, "Geschiedenis van Sint-Genesius-Rode naar Constant Theys", Sint-Genesius-Rode, Gemeentebestuur, 1982, p. 439-471.
- De Cock Jan, "De priorij van Zevenborren: vier eeuwen toewijding aan God (deel II), in: En het dorp zal duren..., Trimestrieel tijdschrift van het Heemkundig Genootschap "van Witthem" Beersel, jg. 8, 2006, nr. 31, p. 8-27; jg. 9, 2007, nr. 33, p. 6-28.
- De Cock Jan, "De molen van Zevenborren", in: Buurten, jg. 17, n. 9, dec. 2015 - jan. 2016, p. 2-3.
- De Maegd C. & Van Aerschot S., "Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Vlaams-Brabant, Halle-Vilvoorde, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen", dl. 2N, Gent, 1975.
- Duwaerts  M.A. e.a., "De molens in Brabant", Brussel, Dienst voor Geschiedkundige en Folkloristische Opzoekingen van de Provincie Brabant, 1961.
- Holemans Herman, "Kadastergegevens: 1835-1985. Brabantse wind- en watermolens. Deel 3: arrondissement Halle-Vilvoorde (M-Z)", Kinrooi, Studiekring Ons Molenheem", 1992, p. 41-42.
- Kurgan-van Hentenryk, "Le domaine et l'exploitation du prieuré de Sept-Fontaines au XVe siècle", in: "Cahiers Bruxellois. Revue historique trimestrielle", tome 6, fasc. 1, janvier-mars 1961, p. 1-67.
- Maziers A., "À propos d'une gravure répresentant l'ancien prieuré de Sept-Fontaines", in: Ucclensia, nr. 173, 1998, p. 27-29.
- Pierrard J.M., "De molen van Zevenborren", in: "Ucclensia", Orgaan van de Geschied- en Heemkundige Kring van Ukkel en omgeving, Ukkel, nr. 129, jan. 1990, p. 7-10.
- Theys Constant, "Geschiedenis van Sint-Genesius-Rode", Brussel, 1960, p. 29-30., 273-274.
- Vanderstichel A., "Gielis van Bredeycke, fondateur de couvents au XIVe siècle", in: Le folklore brabançon, 1930, p. 112-115
- Van der Taelen A., "De oprichting van de Priorij te Zevenborren", in: Eigen Schoon en de Brabander, jg. 45, 1961, p. 219-232.
- Vanhemelryck F., "De Priorij van Zevenborren", in: Eigen Schoon en De Brabander, 1981, nrs. 7-8-9, p. 304-305.
- Wauters Alphonse, "Histoire des environs de Bruxelles ou description historique des localités qui formaient autrefois l'ammannie de cette ville", III, Bruxelles, 1855, p. 704-705.
- Wauters A. & Mariën F., "Description historique des localités qui formaient autrefois l'Ammanie de cette ville", tome 10B, Bruxelles, 1974, p. 280-361.
Websites
- Agentschap Onroerend Erfgoed: Watermolen Zevenbronnen (Veerle De Houwer, 2015) [online] https:// id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/217135 (Geraadpleegd op 26-06-2021)

Mailberichten
- Dirk Vansintjan, Ecopower, Rotselaar

Overige foto's

transparant

Molen van Zevenbronnen<br />Zevenborremolen<br />Molen van de Zeven Fonteinen<br />Kloostermolen

Foto: Robert Van Ryckeghem

Molen van Zevenbronnen<br />Zevenborremolen<br />Molen van de Zeven Fonteinen<br />Kloostermolen

Foto: Donald Vandenbulcke, 29.05.2010

Molen van Zevenbronnen<br />Zevenborremolen<br />Molen van de Zeven Fonteinen<br />Kloostermolen

Prentkaart Nels, ca. 1900

Molen van Zevenbronnen<br />Zevenborremolen<br />Molen van de Zeven Fonteinen<br />Kloostermolen

Oude prentkaart Nels. Coll. F. Michaud, Uccle


Laatst bijgewerkt: zondag 26 december 2021
Stuur uw teksten over deze molen
Stuur uw foto's van deze molen
  

 

De inhoud van deze pagina's is niet printbaar.

zoek in databasezoek op provincieStuur een e-mail over molen Molen van Zevenbronnen<br />Zevenborremolen<br />Molen van de Zeven Fonteinen<br />Kloostermolen, Sint-Genesius-Rodehomevorige paginaNaar Verdwenen Molens